Binnen de Amarant Groep wordt veel gebruik gemaakt van de mobiliteitsklasses. Deze klasses van A tot en met E, bepalen in welke mate een cliënt zelf mobiel is of ondersteuning, hulp nodig heeft van hulpmiddelen om de fysieke belasting te verminderen voor de medewerkers. Aan de hand van de klasses worden ook bewegingsprotocollen opgesteld.
Voor cliënten in de mobiliteitsklassen A t/m D is het stimuleren of onderhouden van mobiliteit van belang. Dit geldt niet voor categorie E.
De cliënt is in staat om de handeling zelf uit te voeren, met of zonder het gebruik van hulpmiddelen of (speciale) aanpassingen.
Mobiliteit goed
De cliënt is niet in staat om de handeling zelfstandig uit te voeren, maar de hulp die hierbij nodig is, brengt geen risico van fysieke overbelasting voor de zorgverlener met zich mee.
Pas bij deze cliëntgroep wel op voor het gevaar van statische belasting (bv. te lang in dezelfde houding staan)
De cliënt is niet in staat om de handeling zelfstandig uit te voeren.
De hulp die hierbij nodig is, zou (zonder maatregelen) risico van fysieke overbelasting voor de zorgverlener met zich meebrengen.
Het is nodig gebruik te maken van hulpmiddelen die de taak van de zorgverlener fysiek gezien aanvaardbaar maken door deze taak (deels) over te nemen. De cliënt kan hieraan zelf wel een fysieke bijdrage leveren. Meestal is die eigen bijdrage zeer gewenst: zowel voor de cliënt zelf als voor de zorgverlener.
De hulp die nu gegeven wordt is bijvoorbeeld de tilhandeling met een actieve tillift of sta-lift.
De cliënt is niet in staat om de handeling zelfstandig uit te voeren.
De hulp die hierbij nodig is, brengt, zonder speciale maatregelen, risico van fysieke overbelasting voor de zorgverlener met zich mee.
Het is nodig gebruik te maken van hulpmiddelen die de taak van de zorgverlener fysiek gezien aanvaardbaar maken door deze taak (deels) over te nemen. De cliënt kan hieraan zelf slechts een zeer beperkte of vrijwel geen fysieke bijdrage leveren. Toch blijft het van belang deze activiteit van de cliënt sterk te stimuleren. Dat is van belang voor zowel de cliënt als voor de zorgverlener.
De hulp die nu gegeven wordt is bijvoorbeeld de tilhandeling met een passieve tillift. Daarbij wordt medewerking en activiteit van de cliënt wel gestimuleerd. Het voorkomen van complicaties van immobiliteit (zoals contracturen of decubitus) is een aandachtspunt.
De cliënt is niet in staat om de handeling zelfstandig uit te voeren.
De hulp die hierbij nodig is, brengt risico van fysieke overbelasting voor de zorgverlener met zich mee.
Het is nodig gebruik te maken van hulpmiddelen die de taak van de zorgverlener fysiek gezien aanvaardbaar maken door deze over te nemen. Het stimuleren of onderhouden van mobiliteit is geen doelstelling. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om cliënten die terminaal zijn of zo moe dat het voor hen van belang is dat zij hun energie sparen om bijvoorbeeld bezoek te kunnen ontvangen of te lezen.
Transfers vinden nu bijvoorbeeld plaats met behulp van een passieve tillift. Daarbij wordt medewerking van de cliënt niet gestimuleerd. Het verlenen van optimale zorg en het voorkomen of beperken van de complicaties van immobiliteit, zoals decubitus, staat op de voorgrond.